PrO zoekt de discussie op over de bomen in de Kerkstraat
Hieronder vindt u de discussienota die PrO stuurde aan het college van B&W. Het niet terugplaatsen van de bomen in de Kerkstraat was een besluit van het college, maar moet dit ook niet worden besproken met de raad?
Het college heeft, na overleg met de klankbordgroep Kerkstraat, besloten het voorgenomen plan om 9 tot 15 bomen na renovatie terug te plaatsen niet uit te voeren. Vooral de ondernemers die in de klankbordgroep zaten (4 van de 6 leden) zitten niet te wachten op de ‘overlast’ die bomen geven, blijkt uit een reportage van ‘Oisterwijk in beeld’.
De vraag is: mocht het college dit besluit aan de klankbordgroep voorleggen of is het beschermd dorpsgezicht zoals dat ook in het bestemmingsplan is vastgelegd van een zodanige orde dat het een hoger belang dient? Met andere woorden, had het College het terugplaatsen i.v.m. de status ‘beschermd dorpsgezicht’ niet als randvoorwaarde moeten stellen?
Het bestemmingsplan bepaalt wat de kenmerkende waarden van het beschermd dorpsgezicht zijn en wat daarvan beschermd is. In het bestemmingsplan Oisterwijk Centrum is dat ook gedaan middels een zgn dubbelbestemming. Voorwaarde is altijd dat er geen afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke en stedenbouwkundige waarden van het Beschermd Dorpsgezicht.
Deze ruimtelijke en stedenbouwkundige waarden staan beschreven in het beeldkwaliteitsplan bij het bestemmingsplan. In paragraaf 4.3 van dit beeldkwaliteitsplan is als 3e punt beschreven dat de (hoge) bomen in Kerkstraat en Hoogstraat daartoe behoren. Dus het bestemmingsplan beschermt deze bomen.
Als toelichting beschrijft het beeldkwaliteitsplan ook nog dat de bomen beeldbepalend zijn.
De raad heeft door vaststelling van het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan bepaald dat de stedenbouwkundige waarden van het beschermd dorpsgezicht beschermd moeten worden. Eén van die waarden zijn de bomen in de Kerkstraat.
Door n.a.v. de door de klankbordgroep geuite bezwaren te bepalen dat de bomen niet worden teruggeplaatst, handelt het college niet alleen in strijd met de door de raad vastgestelde kaders rondom bestemmingsplannen.
Naast het bestemmingsplan is onlangs nl. ook ‘De bomenverordening’ vastgesteld. Daarin valt het volgende te lezen over deze situatie:
De Kerkstraat hoort volgens de groene kaart tot de: Hoofdstructuur gemeentelijke bomen.
Artikel 4411B:
De vergunning voor het vellen, doen vellen of laten vellen van een houtopstand die is opgenomen op de door het college vastgestelde Groene Kaart en bomen die in het kader van een herplantplicht in de bebouwde kom zijn geplant, mag slechts en moet worden verleend indien alternatieven voor behoud uitputtend zijn onderzocht en een zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang, van niet-tijdelijke aard opweegt tegen duurzaam behoud van de houtopstand of naar boomdeskundige maatstaven instandhouding van de houtopstand niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade.
Het besluit van het college gaat dus ook in tegen de onlangs door ons aangenomen ‘Bomenverordening’.
Tenslotte: zowel het B-team als de monumentencommissie hebben geageerd tegen dit collegebesluit. Waarom heeft de mening van deze deskundigen niet geleid tot andere besluitvorming door het College?
Vraag: is de commissie het met PrO eens dat het besluit van het college om géén bomen terug te plaatsen in de Kerkstraat de door de raad gestelde kaders raakt en een nieuwe afweging behoeft?