Wat kunnen we leren van het succes van KVL?
Een toevallige samenloop van omstandigheden, is dat de oorzaak van het succes van KVL in Oisterwijk? Ja en nee: voor een deel wel, voor een deel niet. Dat blijkt op de politieke avond, die D66 Oisterwijk onder de noemer O66 (Ontmoet D66 Oisterwijk) afgelopen donderdagavond in het Keramisch Centrum op KVL organiseerde.
Brigite van Haaften (zie foto), oud-Gedeputeerde van Noord-Brabant en de middelste van drie sprekers, somde de toevallige omstandigheden op: iemand met haast (het Keramisch Centrum, dat naarstig op zoek was naar een nieuwe plek), iemand met geld (de provincie, dat een nuttige bestemming zocht voor de Essent-gelden), iemand met een probleem (de gemeente Oisterwijk, dat gefrusteerd toezag hoe het KVL-terrein maar niet ontwikkeld werd). En, zo vulde uit het publiek Joop van Hezik aan, oud-wethouder van Oisterwijk met een grote bijdrage aan de totstandkoming van KVL: het was ook een beetje toevallig dat de toenmalige eigenaar ernstig ziek was en er niet voor voelde zijn erfgenamen met de complexiteit van het KVL-terrein op te zadelen.
Toeval dus, en toen kwamen de plannen om het toeval een handje te helpen. De provincie koos voor een ondernemende rol, besloot in KVL te investeren, en huurde een kwartiermaker in. Het verhaal: in Brabant verlopen industriële complexen aankopen met de bedoeling: nieuwe ziel erin. Uiteindelijk eruit stappen, liefst met winst om weer in andere verlopen industriële complexen te kunnen investeren. Resultaat: De Erfgoedfabriek, onderdeel van de provincie. Een van de paradepaardjes: KVL in Oisterwijk.
Smakelijk, met humor en toch serieus vertelt de oud-gedeputeerde hoe het zo allemaal gekomen is. Een van de vele mooie anekdotes: ergens in de hele politieke discussie in de Staten van Noord-Brabant realiseert ze zich droogjes de positie van de provincie als ondernemer: “ja, we nemen risico”.
Ze heeft ook een paar tips voor toekomstige projecten. Zorg voor een goed concept, blijf bij dat concept, zorg voor goede mensen met een neus voor dat concept, en houd vol in de onvermijdelijke discussies.
De eerste spreker van de avond was Ranti Tjan, directeur van het Keramisch Centrum. Als daadwerkelijk gebruiker van het KVL-complex kon hij de toehoorders van binnenuit vertellen wat voor het Keramisch Centrum de beweegredenen waren van Den Bosch naar KVL Oisterwijk te verhuizen. Na twee jaar ervaring is hij nog steeds gelukkig met die verhuizing.
De derde en laatste spreker, Alwin Beernink van Park Strijp Beheer, de publiek-private samenwerking verantwoordelijk voor Strijp S in Eindhoven, bracht de discussie naar een breder plan dan alleen KVL Oisterwijk. Enthousiast en met enkele ferme stellingen schetste hij in grote stappen verleden, heden en toekomst van stedelijke ruimtelijke ordening. Opvallende eenlijner: eigenlijk is Nederland een grote dunbevolkte stad.
Ook al schoot de tijd tekort om de avond af te sluiten met een gezamenlijke conclusie, de aanwezigen onderschreven dat het nieuwe KVL en het Keramisch Centrum aanwinsten zijn voor Oisterwijk, dat het proces daarnaartoe politieke moed vraagt, en dat een ontwikkeling zoals die van KVL nooit af is.
Al met al een geslaagde avond qua sfeer en inhoud. Het niveau en de kwaliteit van de sprekers verdienden een groter gehoor, maar misschien wel juist door deze intieme setting in combinatie met de aanwezigheid van vertegenwoordigers van verschillende partijen was er bij vlagen een levendige discussie.
De volgende O66-bijeenkomst belooft van hetzelfde gehalte te worden. Dat levert vast een hogere publieke opkomst op.
Ton Visser
BewarenBewaren